Anonymus, Nigel van Canterbury
Dierenverhalen ter lering en vermaak
Ecbasis cuiusdam captivi en Speculum stultorum
Mark Nieuwenhuis
- Pages: vi + 339 p.
- Size:160 x 240 mm
- Language(s):Dutch
- Publication Year:2023
- € 60,00 EXCL. VAT RETAIL PRICE
- ISBN: 978-2-503-60782-5
- Hardback
- Available
Minder bekende middeleeuwse dierengedichten uit de Latijnse traditie, geschreven door en voor monniken uit de benedictijnse kloosterwereld
Mark Nieuwenhuis (Utrecht, 1968) studeerde Spaans en middeleeuwse studies in Utrecht, Latijnse taal en literatuur in Amsterdam (UvA). Naast zijn baan als docent Latijn werkt hij al vijfentwintig jaar rondom middeleeuwse dierengedichten. Eerder publiceerde hij vertalingen van o.a. de Ysengrimus en Reynaerdus vulpes en artikelen over Latijnse dierengedichten, maar ook buiten de matière renardienne, met o.a. vertalingen van werk van Plinius, Geoffrey van Monmouth, Jacobus de Voragine, John Clare en Primo Levi.
Van den vos Reynaerde, een middeleeuwse klassieker in de Nederlandse letteren, staat in een lange traditie van dierengedichten, waar ook de Franse Roman de Renart en de Latijnse Ysengrimus, het geniale dierenepos uit de Gentse Sint-Pietersabdij, toe behoren. In deze studie zijn twee minder bekende dierengedichten uit de Latijnse traditie gebundeld, geschreven door en voor monniken uit de benedictijnse kloosterwereld.
De Ecbasis cuiusdam captivi per tropologiam - De ontsnapping van een gevangene, in figuurlijke zin -, een ongehoord werk aldus de dichter, vertelt het verhaal van een kalf dat op de vooravond van Pasen uit zijn stal ontsnapt en verdwaalt in het bos. De tekst, die bol staat van zowel serieuze als ironische citaten en allusies, laat zich lezen als het tegelijk allegorische en autobiografische werk van een monnik die, gevangen in luiheid, zijn slechte gewoontes van zich af schrijft in een fictioneel gedicht. Zoals zijn geliefde Horatius het in de veelvuldig geciteerde Ars poetica voorschreef, verenigde hij in zijn dichtwerk voor literaire fijnproevers het nuttige (bezigheidstherapie en een stichtelijk verhaal tegen de achtergrond van Pasen) met het aangename (vermaak voor zijn medebroeders ter gelegenheid van het Paasfeest en het vreugdevolle einde van de vasten) in een unieke mengelmoes van autobiografie, fabel, satire en paasverhaal.
Aan het eind van de twaalfde eeuw, in Engeland, schreef Nigel van Canterbury zijn Speculum stultorum (Spiegel voor dwazen), een omvangrijke satire in de vorm van een dierengedicht vol maatschappijkritiek: de paus, koningen, bisschoppen, monniken, nonnen, kooplieden, studenten, boeren – alle standen, van hoog tot laag, krijgen er van langs. De anti-held van dit verhaal is een domme ezel die van het ene ongeluk naar het andere blundert, mislukkingen en gefnuikte ambities aan elkaar rijgt en uiteindelijk dezelfde dwaas is die hij altijd al was, maar deze harde les moet bekopen met het verlies van zijn staart en oren.
I. Ecbasis cuiusdam captivi - De ontsnapping van een gevangene: vertaling
II. Nigel van Canterbury, Speculum stultorum - Een spiegel voor dwazen: vertaling
III. Een brief van Nigel aan Willem van Longchamps: vertaling
IV. Toelichting
1. De voorgeschiedenis van het Latijnse dierenepos
2. De ontsnapping van een gevangene: proloog, de buitenfabel, de binnenfabel, de Ecbasis als kloostertekst, de Ecbasis en de Ysengrimus
3. Een spiegel voor dwazen: inhoud, Nigels brief, de Speculum stultorum en de Ysengrimus
4. Van de middeleeuwse benedictijnse kloosterwereld naar de 20e eeuw
Verantwoording
Literatuur