Book Series Publications de l'Encyclopédie Bénédictine, vol. 4

De bijbel voor leken

Studies over Petrus Naghel en de Historiebijbel van 1361

M. Kors

  • Pages: 208 p.
  • Size:160 x 240 mm
  • Language(s):Dutch, English
  • Publication Year:2007

  • € 50,00 EXCL. VAT RETAIL PRICE
  • ISBN: 978-2-503-52661-4
  • Paperback
  • Available


Review(s)

“(…) this book can be characterized as the best overview of Naghel's Middle Dutch history Bible available. The work undoubtedly merits a place in the bookcase of every historian dealing with the history of the Dutch Bible. It is also a strong basis for discussion and further research. In the next couple of years the book will definitely show its great value. Hence, the author should rightly and with reason be congratulated on this achievement!” (Wim François, in: The Medieval Review, 08/11/15)

Summary

In de periode 1360-85 ontstond de eerste vrijwel complete Nederlandse prozavertaling van de bijbel. Tot aan de Reformatie bleef zij de belangrijkste toegang tot de bijbel in de volkstaal. De vertaling werd vervaardigd door Petrus Naghel (overl. 1 mei 1395), een kartuizer uit het klooster te Herne, die ook tal van andere werken uit de christelijke traditie in het Middelnederlands overzette. Zijn opdrachtgever was Jan Taye, een getrouwde man met kinderen, die enige malen schepen in het stadsbestuur van Brussel was. Zijn bemoeienis, als leek van eenvoudige adel, met het ontstaan van een bijbelvertaling is zelfs in Europees perspectief hoogst opmerkelijk.
Centraal in deze studie staat de Historiebijbel van 1361, die Naghel op 23 juni 1361 voltooide. Een historiebijbel bevat uitsluitend de historische boeken van de bijbel, veelal rijkelijk voorzien van commentaren en tal van andere teksten, soms van geheel profane aard. In acht hoofdstukken worden diverse aspecten van de Historiebijbel behandeld, zoals: de persoon van de vertaler en diens opdrachtgever, alsmede de historische bronnen die ons hierbij ten dienste staan; de oorspronkelijke opzet van de tekst; de waarde van de oudste handschriften voor onze kennis van receptie en productie van de tekst; de bewerkingstechniek die Petrus Naghel toepaste; de maatschappelijke en sociale factoren die een rol speelden bij de productie van historiebijbel-handschriften; de (vermeende) relatie met de Franse bijbelvertaling; de factoren die uiteindelijk hebben verhinderd dat Naghels bijbelvertaling door leken werd gelezen, waarbij met name dieper wordt ingegaan op de rol van de Moderne devotie. In het laatste en negende hoofdstuk wordt de meest recente stand van het onderzoek ten aanzien van Naghels vertalingen kritisch besproken. Het boek wordt ingeleid door Geert Claassens, die als leerstoelhouder voor Middelnederlandse letterkunde aan de KU Leuven een onderzoeksproject over Petrus Naghel leidt.